Nieuws

Mag een eigenaar morgen nog een huis zetten in ‘onbebouwd gebied’?

19 juli 2017

Een nieuwe omzendbrief, die minister van Omgeving Joke Schauvliege (CD&V) op 7 juli rondstuurde, legt de gemeenten, provincies en Vlaamse overheid nieuwe richtlijnen op over vergunningen voor wie wil bouwen. Dat meldt De Standaard. De bedoeling is om nu al - voor de betonstop echt van start gaat - open ruimtes beter te beschermen. In 2040 zal het hoe dan ook niet meer mogen om open ruimtes aan te snijden.

Maar de omzendbrief zorgt voor verwarring. Schauvliege introduceert een nieuwigheid en verdeelt Vlaanderen in twee delen: ‘bebouwd’ en ‘onbebouwd’ gebied. In de omzendbrief staat dat de ‘stedelijke gebieden, geselecteerde kernen, woonconcentraties en bedrijventerreinen’ samen het ‘bebouwd gebied’ vormen. De rest is dan ‘onbebouwd gebied’.

 

Bouwen in ‘onbebouwd gebied’ wordt moeilijker, maar hoe moeilijk?

 

De bouwsector, maar ook advocaten gespecialiseerd in ruimtelijke ordening, lezen erin dat eigenaars vanaf nu via een behoeftestudie moeten kunnen aantonen dat er geen betere plaats in bebouwd gebied bestaat om te bouwen.

 

Maar op het kabinet van Schauvliege begrijpt men de commotie niet. ‘Een vergunning krijgen voor een woning in onbebouwd gebied blijft eenvoudig’, zegt woordvoerder Jan Pauwels. ‘Alleen wie extra natuur- of landbouwgebied wil aansnijden voor woningen of een bedrijf, moet vooraf aantonen dat er behoefte is aan die woningen en dat ze niet elders kunnen worden gerealiseerd’, zegt Pauwels. Hij benadrukt dat wie een huis wil zetten op zijn bouwgrond géén behoeftestudie moet afleveren.