NU architectuuratelier omschrijft zichzelf als een werkplatform voor architectuur en ontwerpend onderzoek. Sinds zijn oprichting in 2004 heeft het bureau de ambitie om ruimtelijke, materiële en landschappelijke projecten te ontwikkelen in nauwe samenwerking met hun klanten. Door de empathische benadering van het ontwerpproces wil NU een kwalitatieve bijdrage leveren aan onze sociale, ruimtelijke en mentale omgeving. Een van hun kernwaarden is ‘MEER’. Als een architectuuropdracht zich aandient, is de eerste vraag die ze zich stellen: wat kunnen we meer realiseren met dit project dan enkel het voorgeschreven programma?
Met die visie wonnen ze op 27 februari de Social Impact Award, een van de vijf Jo Crepain Awards van NAV. We praten met oprichters Halewijn Lievens en Armand Eeckels en met collega-architecte Aga Batkiewicz over kwetsbaarheid en autonomie.
Fragiliteit beschermen
Hoe vertalen jullie die maatschappelijke betrokkenheid in jullie projecten?
Aga Batkiewicz: “Telkens wanneer we aan een project starten, proberen we een component van ‘kwetsbaarheid’ te benoemen. Dat kan van de gebruiker of de natuur zijn. We benaderen het project door die fragiliteit te beschermen. Van daaruit bouwen we een algemeen idee op voor het project.”
Halewijn Lievens: “Die voorbereiding is essentieel. We hebben doorheen een aantal zorgprojecten een soort workshoppenreeks ontwikkeld. Wij noemen dat de ‘ruimtelijke projectdefinitie’. Vaak is een projectdefinitie voorhanden waarin een programma gedefinieerd is in aantal vierkante meters en logistieke verbindingen. Maar de echte ruimtelijke zorgvisie blijft achter. Daarom is een intense dialoog met de opdrachtgever nodig nog voor we beginnen te ontwerpen. Wat betekent een raam? Wat betekent een kamer? Wat betekent de relatie tussen een kamer en een leefruimte? Wat betekent een buitenruimte? Wat betekent een voordeur voor een bepaald programma? Op die manier ontwikkelen wij een begrip van hoe de visie in ruimte kan vertaald worden.”
Gaan inwonen
“Huis Perrekes in Geel is daar een heel duidelijk voorbeeld van. Het is een wooncontinuüm voor mensen met dementie. Na het winnen van de wedstrijd, zijn we met een paar mensen van het bureau enkele dagen gaan inwonen om ons het programma eigen te maken. We hadden als bureau jaren aan particuliere woningen gewerkt. Het is vanuit een geloof in de universaliteit van een goed huis dat we een woning ontwikkeld hebben voor mensen met dementie. Hierbij kwam bijvoorbeeld het belang van de keuken als vitaal element naar voor en de connectie met de omgeving en de natuur.”
“In die zin is die kwetsbaarheid niet iets dat we willen oplossen. We hebben geleerd om los te laten, maar net die ruggensteun te geven om ervoor te zorgen dat iemand in zijn autonomie kan functioneren en zijn rol kan spelen.”

Huis Perrekes in Geel, een wooncontinuüm voor mensen met dementie ontworpen vanuit een geloof in de universaliteit van een goede woning. In samenwerking met Ester Goris. © Stijn Bollaert

In Huis Perrekes is de keuken een vitaal element. © Stijn Bollaert
Zorgomgevingen mogen niet te abstract zijn
Jullie betrokkenheid beperkt zich niet enkel tot dat voortraject. Hoe uit zich dat bijvoorbeeld bij ziekenhuisprojecten?
Armand Eeckels: “In het project Bracopsziekenhuis in Anderlecht, samen met Archipelago, lag onze focus op de publieke ruimtes. De taak van Archipelago was gericht op het optimaliseren van de complexe ziekenhuismachine. Het ontwerp laat die twee aspecten op een mooie manier met elkaar samenkomen. Om het ziekenhuis te verankeren in zijn omgeving, hebben wij als ontwerper het initiatief genomen om de cafetaria buiten het ziekenhuis te plaatsen, zodat het ook een ontmoetingsplek voor patiënten én buurtbewoners wordt.”
Halewijn Lievens: “Eigenlijk bewaken we daarmee dat projecten of zorgomgevingen te abstract worden. De dominantie van medisch-technische aspecten is niet goed voor ons welzijn. Daarom proberen we die abstractie op de juiste plaatsen naar de achtergrond te brengen zodat een verbonden gevoel tussen de mensen primeert. We zijn ervan overtuigd dat dit de levenskwaliteit waarborgt.”

Bracopsziekenhuis in Anderlecht, in samenwerking met Archipelago. © NU architectuuratelier
Om het Bracopsziekenhuis te verankeren in zijn omgeving, heeft NU als ontwerper het initiatief genomen om de cafetaria buiten het ziekenhuis te plaatsen, zodat het ook een ontmoetingsplek voor patiënten én buurtbewoners wordt. © NU architectuuratelier
Minder medicatie dankzij doordachte architectuur
Zo’n aanpak betekent vaak meer ruimte en budget. Vinden jullie daar altijd begrip voor bij opdrachtgevers?
Armand Eeckels: “Dat is een voortdurende strijd. Het is essentieel van bij het begin een heldere visie te formuleren waar iedereen zich mee kan identificeren. Als je dat kunt gieten in een duidelijk beeld, want dat is uiteindelijk wat architectuur is, dan heb je mensen mee in je verhaal. Dan heeft iedereen het gevoel dat we aan iets moois een het bouwen zijn. Dan komen er vaak creatieve oplossingen naar boven. In het Bracopsziekenhuis hebben we uiteindelijk kunnen aanbesteden met de cafetaria, maar dan casco. De opdrachtgever gaat op zoek naar een externe uitbater.”
Halewijn Lievens: “Budget is belangrijk in elk project, maar het is nodig om verder te kijken dan de initiële bouwkost. Investeren in kwalitatieve architectuur creëert duurzame meerwaarde. Wie enkel focust op besparen, riskeert hogere kosten op lange termijn, zoals personeelsverloop of extra zorgnoden. Dat ondervinden we in onze zorgprojecten: dankzij doordachte architectuur ervaren bewoners meer rust, is er minder medicatie nodig en voelen zorgverleners zich beter ondersteund.”
Infrastructuur die niet verdringt, maar verbindt
Dit geldt inderdaad voor zorgprojecten. Maar hoe gaan jullie die principes toepassen in andere omgevingen?
Armand Eeckels: “Misschien moeten we dan naar een ander extreem springen: het infrastructuurproject Noord-zuidverbinding in Limburg. Hier wil de Vlaamse overheid een duurzame oplossing vinden voor de overbelaste Limburgse verbinding tussen Hasselt en Eindhoven. Dit is sinds decennia een heel slechte verbinding waarbij zware vrachtwagens door dorpen denderen. Om die verbinding kwalitatief te maken, komen er twee tunnels onder de dorpskernen en een aantal bruggen om de dwarse verbinding naar de noordelijk gelegen natuurgebieden te maken.”
“Onze taak in het team bestaat erin om de bruggen en de tunnelmonden te ontwerpen. Ook hier zijn we op zoek gegaan naar de meerwaarde die we als ontwerper kunnen bieden. Infrastructuur wordt vaak gezien als de rechte verbinding tussen punt A en B. Daarbij staan we niet stil bij wat er tussen die twee punten leeft en groeit. Wij wilden het anders aanpakken: het infrastructuurlint dat we aanleggen, mag geen harde scheiding vormen, maar moet juist een plek van verbinding zijn, zowel in de lengte als in de breedte.”
“Daarom zijn we gaan nadenken hoe de verschillende infrastructuuronderdelen niet alleen functioneel kunnen zijn, maar ook betekenis kunnen hebben voor hun omgeving. Enerzijds gaat het om de beleving van mensen die de route gebruiken of die deze dwars oversteken. Anderzijds willen we ook de natuur respecteren en versterken, zowel binnen de omliggende natuurgebieden als erbuiten. Op die manier maken we infrastructuur die niet verdringt, maar verbindt, tussen mensen en tussen landschappen.”

Noord-zuidverbinding in Limburg. © NU architectuuratelier

Noord-zuidverbinding in Limburg. © NU architectuuratelier

Noord-zuidverbinding in Limburg. © NU architectuuratelier

Noord-zuidverbinding in Limburg. © NU architectuuratelier
Houten bruggen en ecoducten
“Zo hebben we de opdrachtgever en het controle-organisme kunnen overtuigen om bruggen voor de zwakke weggebruikers en ecoducten in hout te concipiëren. Dit door knowhow te importeren uit het buitenland in combinatie met een belofte op monitoring. Ze zijn nu mee overtuigd dat het ook in Vlaanderen mogelijk is om op een kwalitatieve en betrouwbare manier honderd jaar garantie te bieden voor deze bouwwijze.”
Halewijn Lievens: “Dat zorgt voor een bijkomend duurzaam aspect, een extra onderzoeksstap die voor kennisopbouw en een mindshift kan zorgen. Hopelijk zal dat toelaten om ook in de toekomst meer en meer in hout te kunnen bouwen in infrastructuurprojecten in Vlaanderen.”
Durven loslaten
Aga Batkiewicz: “Wat dit project interessant maakt op het niveau van kennisontwikkeling is de schaal. De omvang van deze werken is ongewoon voor ons kantoor en voor Vlaanderen. Dat laat toe om te pionieren: juridisch, ontwerptechnisch én procesmatig. Zo worden bijvoorbeeld 150 huizen gesloopt om de omgeving te herontwerpen. Met de reststromen daarvan zullen we poreuze wanden maken, in plaats van betonwanden, waar dieren opnieuw hun huisvesting kunnen vinden. Dat laat toe om op een ander niveau te denken over hoe dat materiaal kan gebruikt worden. Er komt ook een grote verantwoordelijkheid bij kijken. Je moet jezelf de vraag stellen: hoeveel ga je veranderen aan het bestaande ecosysteem?”
Armand Eeckels: “Daar vinden we opnieuw de link met die kwetsbaarheid. Als je werkt in de natuur, is er bij architecten vaak de neiging om alles te willen controleren, toe te werken naar een vast eindresultaat. Maar het gaat juist om het creëren van een variëteit aan condities en dan te zien wat er gebeurt. Opnieuw loslaten dus.”
Halewijn Lievens: “Daar komt het inderdaad op neer. We focussen niet op de wanden, maar op ruimtes die condities voorzien waarin dingen kunnen gebeuren. Het gaat over toestaan dat processen bloeien zoals ze zelf zouden doen. Om mensen te laten openbloeien zoals ze zelf zouden doen. Het gaat niet om controle. Kwetsbaarheid is daarbij niet iets wat we willen verminderen of oplossen. Nee, we willen ze toelaten te bestaan.”
PROJECTPARTNERS NU ARCHITECTUURATELIER
Huis Perrekes:
- Samen met: Ester Goris
- Realisatie: Monument Goedleven, Plant en Houtgoed, atelier Modest
- Studiebureau:
- Technieken, stabiliteit en EPB: Infrabo
- Akoestiek: De Fonseca
Bracops Ziekenhuis:
- Samen met: Archipelago
- Studiebureau:
- Stabiliteit: Mc²
- EPB, bijzondere technieken en circulariteit: Ellyps, Matriciel
- Landschapsontwerp, stedenbouw en circulariteit: Buur
Noord-Zuidverbinding:
- Samen met: IMDC (Tractebel), Arcadis, MAAT Ontwerpers, 51N4E
- Studiebureau: Arcadis, IB-Miebach

Triene Gheysens
Ir.-architect en copywriter