De meisjesbank

Slechte straatverlichting, een basketbalplein en een urinoir. Nee, de Nieuwe Graanmarkt in Brussel is vooralsnog geen plek waar vrouwen en meisjes zich welkom of op hun gemak voelen. En dat terwijl het plein zich nochtans bevindt in de buurt van twee middelbare scholen en grenst aan de levendige Dansaertstraat, bekend van haar mode- en designwinkels, kunstgalerijen en leuke eetadresjes. Een telling toonde enkele jaren geleden aan dat maar liefst 81 tot 100% – afhankelijk van de dag en het tijdstip waarop werd geteld – van de hier aanwezigen mannelijk was. Onder andere om het m/v-evenwicht te herstellen is een complete make-over binnen afzienbare tijd voorzien, maar in afwachting daarvan werden al een aantal kleine ingrepen gedaan. Zo is het basketbalplein geschilderd in roze, paars, geel, … en kwam er onder één van de vele platanen die het omzomen een vrouwvriendelijke stedelijke installatie: een picknicktafel die werd bedacht om een meer gemengd publiek aan te trekken en die in elkaar werd getimmerd door vijftien tienermeisjes uit de buurt. Dat gebeurde op initiatief en onder begeleiding van Alive, het sociaal-ruimtelijk ontwerpbureau van architecte Petra Pferdmenges. We hadden een boeiend gesprek met deze ‘spring-in-‘t-veld veertiger’ op de meisjesbank. Over inclusieve architectuur in haar misschien wel meest complete vorm. “Pas als we de kwetsbaarste mensen uit onze maatschappij bereiken en betrekken, kan er sprake zijn van echte sociale en inclusieve architectuur.”

Bankje

Het project 'Public Space 4 Her' betrok jonge vrouwen (12-17 jaar) bij het co-ontwerpen en co-construeren van een vrouwvriendelijke stedelijke installatie. Via participatieve workshops werden de specifieke noden van meisjes erkend, waardoor ze mee hielpen nadenken over veilige, toegankelijke en comfortabele openbare ruimten. Deze picknicktafel op de Nieuwe Graanmarkt in Brussel is daar een voorbeeld van. © Studio Dann

Rosse buurt

“Binnen enkele jaren zullen hier speeltuigen staan en zullen de auto’s uit het straatbeeld verdwenen zijn”, zegt Pferdmenges over de Nieuwe Graanmarkt. “Ook andere buurten zullen inclusiever worden en dat is onder meer dankzij Ans Persoons, die tot juni 2023 onze schepen van Stedenbouw en Openbare Ruimte was en nu (september 2024, red.) Brussels staatssecretaris is. Zij zet het vervrouwelijken van de openbare ruimte hoog op de agenda.” In 2022 lanceerde Persoons de oproep ‘Gender en Stedenbouw’ om de stad vrouwvriendelijker in te richten. Daar tekende Alive op in met ‘PS4Her’ (waarbij PS staat voor Public Space). “Ons project stond toen al in de steigers want we waren bezig rond meisjes in de Brusselse openbare ruimte in opdracht van Creative Europe. Het is dus een cofinanciering geworden”, legt Pferdmenges uit.

Met PS4Her is Alive natuurlijk niet aan zijn proefstuk toe. Het kantoor, dat jarenlang ‘Alive Architecture’ heette, is ontstaan in 2010 in het kader van een PhD aan de Australische Universiteit RMIT (Royal Melbourne Institute of Technology). Die zocht naar studenten die op een praktische manier, wars van veel theorie, kennis wilden verwerven. “Ik wou een praktijk opzetten die levende – ‘alive’ – architectuur ontwerpt en realiseert en zo de discipline van de gebouwde ruimte naar de geleefde ruimte uitbreidt. Om dit te bereiken wou ik de toe-eigening van de stad door lokale actoren mogelijk maken. Met kleine ingrepen wou ik de publieke ruimte en bijgevolg de levenskwaliteit van bewoners verbeteren, zeker van zij die aan de rand van de maatschappij leven.” Pferdmenges’ eerste projectjes vonden plaats in de rosse buurt, meer bepaald in de Aarschotstraat. “Ik vroeg wat de sekswerkers nodig hadden voor meer levenskwaliteit. ‘Betere klanten’ antwoordden ze. Zo kwam ik op het idee om bloemen uit te delen aan voorbij wandelende mannen die ze op hun beurt doorgaven aan de prostituees. Dat was een klein gebaar met een onmiddellijk effect. Er bleek ook nood te zijn aan een goed restaurant, dus overhaalde ik een Libanese traiteur om een jaar lang met zijn foodtruck in de straat te komen staan. Tot slot organiseerde ik een expo met afbeeldingen die aantoonden hoe een levendigere versie van de Aarschotstraat er zou kunnen uitzien. Ik nodigde zowel sekswerkers als politici uit om hier samen over na te denken en vier maanden later lanceerden diezelfde politici een oproep voor projecten ter waarde van 40.000 euro.” De trein was vertrokken: het idee om met bescheiden aanpassingen verbetering teweeg te brengen in een buurt, kreeg vorm en sloeg aan.

Abdel en zijn vrienden

Pferdmenges sloot haar PhD af met het uitwerken van een concept voor het Tour&Taxis-park, een samenwerking met Taktyk binnen een oproep voor de biënnale Parckdesign 2014 van Leefmilieu Brussel. Daarvoor was 480.000 euro beschikbaar. “Dit was mijn eerste betalende klant, ik verdiende 3 euro bruto per uur”, lacht ze. ‘Parckfarm’ was het resultaat: park + boerderij, inclusief groentetuin, duivenhok en kippenkwekerij. Het team sleepte met deze nieuwe typologie verschillende prijzen in de wacht. “Dergelijke projecten danken hun succes aan de betrokkenheid van de buurtbewoners. Wij werken nauw met hen samen gedurende het ganse proces: van ideeën sprokkelen tot voltooiing. Hierdoor dragen zij het project én eigenen ze ’t zich ook toe. In tien jaar tijd heeft nog niemand een vinger uitgestoken naar Parckfarm en dat is bijzonder als je weet dat hier vroeger containers in brand werden gestoken. Het was een nachtmerrie, maar nu is dat soort vandalisme verdwenen en dat komt doordat verschillende bewoners waaronder Abdel, zijn vrienden en familie zelf intensief meewerkten. Dát is voor mij samen aan stadsverandering doen.”

PARCKDESIGN 1 152

Parckfarm in het Tour & Taxis-park is een uniek project dat park en boerderij combineert. Deze nieuwe typologie omvat een groentetuin, een duivenhok en een kippenboerderij en ontstond dankzij een samenwerking tussen bewoners en kunstenaars. © Petra Pferdmenges

PARCKDESIGN 1 156
PARCKDESIGN 1 1511

Participatie gaat volgens Pferdmenges zo veel verder dan vragen aan mensen waar ze een boom of een bankje willen, al hoort dat er natuurlijk ook bij. “Onze eerste stap is altijd het aanspreken van lokale verenigingen en hen inlichten over enkele ideeën zodat zij op hun beurt hun netwerk kunnen mobiliseren. Dat is efficiënt want je trekt meteen de juiste gemotiveerde mensen aan. Daarna organiseren we vier à vijf workshops, waarvan de eerste altijd samen de buurt verkennen is. De tienermeisjes die meewerken aan PS4Her bijvoorbeeld, vonden we via de directeur van de Acadamie des Arts Visuels. We spraken af met hen in Bar Beton, hier wat verder, en wandelden samen door deze wijk. Van bij het begin gaven de meisjes aan zich onveilig te voelen op de Nieuwe Graanmarkt. Na de wandeling volgen dan ateliers waar wij op een creatieve en inclusieve manier problemen, oplossingen en ideeën bespreken om dan samen en project te ontwerpen en te bouwen. Wij spreken over co-design & co-construct.”

Micro- en macroschaal

Alive rijgt de projecten aaneen en dat zowel op microschaal als op macroschaal. “Projecten op macroschaal noemen we ‘urban studies’ en betreffen stadsgebieden van meerdere hectaren die herzien moeten worden, zoals het duurzame wijkcontract Pogge voor de gemeente Schaarbeek of het stadsvernieuwingscontract in Molenbeek en Anderlecht. Ons werk omvat dan het maken van een analyse, eerste ideeën én een programma waarin staat wat er volgens de buurtbewoners allemaal moet worden voorzien. Denk aan een crèche, fietspaden of een vernieuwing van de openbare ruimte, maar ook het organiseren van openbare evenementen in de buurt zoals buurtfeesten. We berekenen wat dat zal kosten en zorgen dat alles binnen het voorziene budget past. Daarna zit ons werk erop en gaat de stad op zoek naar de juiste architecten en andere partners om ons voorgestelde programma uit te werken.”

Bij projecten op microschaal gaan Petra en haar collega’s zelf aan de slag met de betrokkenen. “Wij luisteren naar de klachten en ideeën, ontwerpen en construeren stedelijke installaties samen met de bewoners. Binnen het project PS4Her hebben wij samen met de meisjes de idee van een picknicktafel opgezet, vormgegeven, op schaal 1:1 uitgetest en volgens geconstrueerd. We kregen hulp van architectuur- en ontwerpstudio Degré 47 en zoals altijd werkten we uitsluitend met gerecupereerde materialen.”

“It’s a mess”

Ooit, in de jaren 2000, werkte Pferdmenges in klassieke architectenkantoren, onder meer bij Edouard François in Parijs en Joseph Llinas in Barcelona. “Maar ik verveelde mij want ik moest in AutoCAD werken en ik haat AutoCAD (lacht). Toen al wilde ik levende in plaats van statische architectuur ontwikkelen en me minder hoeven bezig te houden met technische zaken. Ik besloot een postdoc aan de TU Delft te volgen waarvoor ik in Ceuta, een Spaanse enclave in het noorden van Brussel, een strategisch ontwerp moest maken die het samenleven tussen de immigranten en de lokale bewoners door sociaal-ruimtelijke ingrepen kon verbeteren. Dat intrigeerde me enorm en ik werd meer en meer gebeten door de rol die architecten kunnen spelen in sociale issues. Te vaak is kwalitatieve architectuur enkel weggelegd voor degenen die ervoor kunnen betalen. Dat is logisch, maar willen we echt inclusief worden, dan moeten we ook de (kans)armen en kwetsbaren bereiken en betrekken. Vanuit die overtuiging en frustraties zei ik de traditionele architectuur vaarwel.” Pferdmenges wou een ander publiek bereiken en pluisde uit wat ze kon doen met 10 euro, daarna met 100 euro, enzoverder. “Gaandeweg evolueerde ik naar een architect die stedelijke installaties neerzet voor een groter publiek. Ik zie veel kansen in publieke architectuur omdat daar genoeg budget voor is, terwijl alle lagen van de bevolking er toegang toe hebben. Ziekenhuizen, bibliotheken en andere openbare gebouwen moeten het toonbeeld van kwalitatieve architectuur worden. Ja, er bestaan al hele mooie realisaties, maar ze zijn nog te zeldzaam.”

De van oorsprong Duitse architecte koos heel bewust voor Brussel als werkveld. “It’s a mess door de 19 deelgemeenten en dat vind ik fantastisch, want net daardoor kan Alive hier van betekenis zijn. Parijs en Berlijn zijn te clean geworden. Voor mij is Brussel het Berlijn van de jaren 90. Wat de grootste uitdaging hier is? De sociale segregatie. We moeten meer mixen: Brussel is de stad met de meest verschillende culturen in de wereld, dus laat ons daar trots op zijn en die verschillende culturen zo goed mogelijk vermengen en op diverse manieren samenbrengen! Dat is exact wat we met Parckfarm hebben bereikt, dus kan het elders ook.”

Bankje2

© Studio Dann

Acupunctuur

Terug naar de vrouwvriendelijke bank op de Nieuwe Graanmarkt, die vanwege het succes twee jaar in plaats van drie maanden mag blijven staan. Onlangs was er weer een oproep binnen het kader van het schoolcontract ‘De Mot-Couvreur’ die Alive samen met ‘Habitat et Rénovation’ afgelopen september heeft binnengehaald.

“Er komen nog banken bij op het plein. Die gaan we minder complex maken: constructies die geïnspireerd zijn op Kapla-blokken. Bovendien zullen we ze niet als ‘vrouwvriendelijk’ maar als ‘sociaal’ aankondigen want het doel is om meer ontmoetingen tussen de leerlingen van de nabijgelegen scholen en andere actoren in de buurt mogelijk te maken. Maar het thema ‘jonge meisjes in openbare ruimtes’ laten we zeker ook nog niet los. We zijn gestart met een reeks interviews met mensen die veel over het onderwerp afweten, zoals ‘Architecture qui dégenre’ en Ans Persoons. Die moeten ons nieuwe inzichten geven. Ook gaan we leren van de interventies van onze Creative Europe-partners in Ljubljana en Nicosia die de komende maanden met dezelfde thematiek aan de slag gaan.”

Alive is altijd op zoek naar duurzame projecten, maar probeert na een intensieve opzetfase uit het project te stappen. “Pas als een project zonder ons voort kan, spreek ik van een succes. PS4Her zou bijvoorbeeld door de meisjes zelf verdergezet kunnen worden. Ik noem wat wij doen ook wel eens ‘acupunctuur’: we komen ergens tussen, brengen verandering en – hopelijk – verbetering teweeg en dan trekken we ons weer terug.”

Katrien

Katrien Depoorter

Projectmanager pers en communicatie

Netwerk Architecten Vlaanderen