Het beroep van de architect

Naomi Van Campenhout: “Je moet je project goed doen én er iets aan overhouden”

Staf Bellens • 30 september 2020

Minder dan een jaar na de aanvang van haar stage sloeg Naomi Van Campenhout (UHasselt campus Diepenbeek, 2019) de hand aan de ploeg voor haar eerste eigen project, een aanbouw aan een recente vrijstaande woning. Het scheelde overigens maar een haar of die maidentrip was al een half jaar eerder van start gegaan …

Naomi Van Campenhout

Belgen bouwen een huis, Nederlanders richten een onderneming op, aldus Takeaway-topman Jitse Groen. Maar die bouw kan natuurlijk ook de start van een onderneming betekenen. “Meteen na mijn afstuderen koesterde ik al de ambitie om mijn eigen pad te banen. Zonder daar echt reclame rond te maken, had ik familie en kennissen gevraagd om die boodschap te verspreiden. Na enkele maanden stage deed zich een eerste opportuniteit voor, maar die strandde op de valreep. Via mijn stageplek werd mij een tweede kans aangeboden. Mensen die op zoek waren naar een architect om een aanbouw aan hun woning te realiseren, hadden het bureau gecontacteerd. Omdat die opdracht niet paste binnen de door het bureau beoogde schaal, lanceerde de zaakvoerder de vraag of iemand van de medewerkers interesse had. Ik stelde me kandidaat, nam contact op met de klanten, werd uitgenodigd voor een onderhoud en hup, we waren vertrokken. Voor een echte evaluatie is het wat vroeg, want we zitten nog in de voorontwerpfase.”

 

“Of ik twijfelde? Ik heb mijn stagemeester gevraagd wat zij ervan vond en of ze er geen bezwaar tegen had. ‘Als je dat echt wil, ga er dan voor’, moedigde zij mij aan. Tijdens de eerste stagemaanden kreeg ik veel verantwoordelijkheid, werd ik behandeld als een volwaardig architect en leerde ik alle facetten van een architectenopdracht kennen. Daar komt bij dat ik van nature ondernemend ben en uitga van de stelling: we doen het en zien wel waar het ons brengt. Je moet lef aan de dag leggen, maar geldt dat niet voor alles wat je voor de eerste keer doet? Ik heb ook de luxe van een veiligheidsnet. Met vragen kan ik altijd terecht bij mijn stagemeester, hoewel ik daar zeker geen gewoonte wil van maken.”

 

Gezocht: jeugdige creativiteit

“Mijn leeftijd vonden de opdrachtgevers meer een voor- dan een nadeel. Zij hadden nog een andere architect gecontacteerd, maar die reageerde eerder lauw van: oké, zeg maar wat je wil, dan neem ik het er wel even bij. Terwijl zij expliciet geen standaardaanbouw wilden, maar een oplossing ambieerden waar ze zelf niet op zouden komen. Daarom waren ze blij met een jong iemand die de nog onbeknotte creativiteit van de opleiding tentoon spreidde. Ik heb hen, met toestemming van mijn stagemeester, enkele projecten uit mijn stage en vooral opdrachten uit de opleiding voorgelegd. De vernieuwende ideeën in die laatste gaven de doorslag. Over mijn gebrek aan ervaring maakten ze zich geen zorgen. Als bouwkundig ingenieur is mijn bouwheer er gerust in dat technisch alles in orde zal zijn. Soms wordt dat aspect ook te negatief bekeken, vind ik. Pas afgestudeerde architecten zijn soms beter op de hoogte van de nieuwste evoluties in de bouwsector dan een aannemer, die dan weer meer afweet van uitvoeringsmethodes. In nogal wat gevallen kan je wederzijds kennis van elkaar opsteken.”

 

“De huidige woning van mijn opdrachtgevers is uiterst functioneel, maar door gezinsuitbreiding en hun drukke sociale leven hebben ze behoefte aan extra ruimte. De opdracht omvat een aanbouw waar in de eerste plaats koken, eten en bergruimte op het programma staan. Maar ook een speelplek voor de kinderen en eventueel een home office mag ik mee in het achterhoofd houden. Aan de eigenlijke woning moet ik niets wijzigen, maar wel moet ik zorgen dat het interieur na de werken een coherent geheel vormt, en dat het exterieur van het nieuwe gedeelte harmonieert met de bestaande bouw. Kortom, een uitstekend project om mijn portfolio op te starten, te meer daar ik meteen word geconfronteerd met zaken als epb en veiligheidscoördinatie.

Naomi Van Campenhout

Ereloon: uitleg helpt

“Mijn eerste bijna-opdracht is afgesprongen op het ereloon. Toen die klant belde met de vraag of ik mijn prijs wou aanpassen, schrok ik wel. Had ik me zo vergist in de berekening van het aantal werkuren? Ik heb alles even laten bezinken, een nieuwe afspraak gemaakt en enkele uren geschrapt waarvan ik dacht dat ik het werk misschien wat te zwaar had ingeschat. Voor de klant volstond dat echter niet, en zakken naar een volgens mij te lage prijs, zag ik niet zitten, te meer daar ik het werk niet per se nodig had. Tegen een te lage prijs werken strookt ook allerminst met mijn visie op de architect als ondernemer. Je moet een project goed doen, en daar voldoende voor betaald worden. Als je achteraf plots meerkosten op de tafel deponeert, heb je de klant bedrogen, is mijn overtuiging.”

 

“Ook voor de huidige opdracht bleek mijn offerte duurder dan die van mijn confrater. ‘Maar we hebben een beter gevoel bij jou, dus overtuig er ons van dat je die meerprijs waard bent’, zeiden de opdrachtgevers. Dat heb ik gedaan aan de hand van de al genoemde ontwerpopdrachten. Ook heb ik hen heel transparant geschetst hoe ik tot mijn prijs ben gekomen. Op basis van mijn stage-ervaringen heb ik opgelijst hoeveel uren ik had gereserveerd voor het uittekenen van de bestaande toestand, de opmeting, drie concepten, een voorontwerp, de bouwaanvraag, de besprekingen voor de uitvoering en de werfopvolging. Omdat het uiteindelijk om een inschatting gaat, heb ik hen een duidelijke afspraak voorgesteld. Als ik aanzienlijk meer uren presteer dan gepland, is dat voor mijn rekening. Als ik daarentegen minder uren nodig heb, is het niet meer dan fair dat ik achteraf een verrekening maak. Die eerlijkheid en openheid speelden zeker mee in hun uiteindelijke beslissing.”

 

Verzekering voor de toekomst

“Voor mijn verzekering beroepsaansprakelijkheid heb ik een offerte voor een enige werfpolis gevraagd. Maar op aanraden van mijn collega’s informeerde ik nadien ook naar de kostprijs van een jaarpolis. Financieel wordt die pas interessant zodra je meer dan een werf per jaar hebt. Maar vermits ik stelselmatig verder die richting uit wil, wordt het waarschijnlijk een jaarpolis. Zo leg ik mezelf de druk op om meer werk te zoeken, zodat mijn verzekering niet onnodig duur uitvalt. Jezelf een uitdaging stellen is nooit fout.”

 

“Ik ben inderdaad van plan om een eigen bureau uit te bouwen. Dat was al zo toen ik aan de studie begon. Het eerste jaar heb ik de opleiding ingenieur-architect aan KU Leuven gevolgd, mede omdat ik dacht dat je ingenieur moest zijn om je zelfstandig te kunnen vestigen. Toen de studie niet echt bood wat ik had verwacht, ik vernam dat ook architecten zich perfect als zelfstandige kunnen vestigen en ik verhuisde van Vilvoorde naar Hamont, heb ik de overstap gemaakt naar de dichtstbij zijnde architectenopleiding in Diepenbeek. De kennis uit dat eerste jaar neem ik alvast mee, naast de prima technische onderlegger uit de architectenopleiding in Hasselt, want een concept tekenen dat peperduur wordt of technisch niet haalbaar is, heeft geen enkele zin.”

De tips van Naomi

“Als je zin hebt in een eigen project, moet je er vooral niet blijven over nadenken, maar ageren. Gaandeweg zoek je alles wel uit, zeker als je je geruggensteund weet door de stagemeester. Als je daarentegen nog veel twijfelt of als het je ontbreekt aan ambitie, kan je een tussenoplossing overwegen. “Je kan de stagemeester vragen om een project dat jij aanbrengt aan te nemen en jou er projectarchitect voor te maken.”

 

“Hoewel ik daar in theorie op was voorbereid, valt de berg aan administratie in de praktijk veel hoger uit dan ik had verwacht. Daar moet je zeker rekening mee houden. Verder moet je vooral beide voeten op de grond houden. Ontwerp, budget, stabiliteit, technische uitvoering: ze zijn allemaal even belangrijk. Maar ik ben ervan overtuigd dat de huidige generatie jonge architecten voldoende down to earth is om dat te beseffen.”