Collectieve voorzieningen expliciet toegelaten

Er is geen artikel in de GSV Hemelwater (GSVH) die het gebruik van een vijver als infiltratievoorziening verbiedt. Dit geldt zowel voor individueel gebruik als voor collectief gebruik. Ook in het technisch achtergronddocument worden hier geen uitspraken over gedaan.

Over collectieve voorzieningen in het algemeen worden wel uitspraken gedaan in zowel de GSVH als in het technisch achtergronddocument. Het was de bedoeling van de GSVH om collectieve voorzieningen juist aan te moedigen, door de mogelijkheid expliciet te voorzien in de tekst. Daar kan je dus zeker naar verwijzen:

Art. 11

Aan de bepalingen van dit besluit kan worden voldaan door de aanleg van afzonderlijke voorzieningen of door de aanleg van collectieve voorzieningen voor verschillende overdekte constructies of verhardingen. Collectieve voorzieningen worden gedimensioneerd op basis van de som van de oppervlakten die erop aangesloten worden.

Als de aanvrager ervoor kiest om aan de verplichtingen, opgenomen in dit besluit, gedeeltelijk of volledig collectief te voldoen, wordt dat in de omgevingsvergunningsaanvraag afdoende aangetoond. In de aanvraag wordt bijgevolg duidelijk opgenomen welke oppervlakten al zijn aangesloten op de collectieve voorziening om te garanderen dat er nog voldoende ruimte beschikbaar is. Op basis van de voormelde oplijsting wordt gegarandeerd dat de totale afstroming nog altijd in overeenstemming is met de normen, vermeld in artikel 7, 8 en 9.

Gemiddelde hoogste grondwaterstand

De gemeente argumenteert dat een infiltratievoorziening maximaal 50 cm diep mag zijn, maar dat staat nergens in de verordening, noch in het technisch achtergronddocument. In die twee teksten is enkel opgenomen dat als je de infiltratievoorziening dieper maakt dan 50 cm, je de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) moet aantonen, en je de zone onder de GHG niet mag meerekenen (noch in de oppervlakte, noch in het volume). Voor projecten groter dan 1.000 m² moet je dit verplicht met grondwatermetingen aantonen:

Art. 8

§4. Als de in rekening te brengen en aan te sluiten afwaterende oppervlakte vermeld in paragraaf 2, groter is dan 1.000 vierkante meter, en de infiltratievoorziening dieper dan 50 centimeter is, wordt in de vergunningsaanvraag aan de hand van een grondwaterpeilmeting en minstens drie infiltratieproeven aangetoond dat de wijze van aanleg verantwoord is.

§5. Het infiltratievolume en de infiltratieoppervlakte van de infiltratievoorziening worden bepaald tussen de laagst gelegen afvoer en de gemiddelde hoogste grondwaterstand of de bodem van de infiltratievoorziening als die zich boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand bevindt. Tot op een diepte van 50 centimeter wordt geacht dat de bodem boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand gelegen is, tenzij uit de meting vermeld in paragraaf 4 dit anders blijkt te zijn.

Beperkingen bij toepassing van een vijver

Wel zijn er enkele beperkingen:

  • De hoogste stand van het wateroppervlak moet beschouwd worden als de GHG. Enkel de zone boven de hoogste stand van het wateroppervlak mag je meenemen als infiltratieoppervlakte en infiltratievolume. De bodem van de vijver zal dus geen deel uitmaken van de infiltratieoppervlakte. Het voordeel is dat bij een vijver de GHG gemakkelijk te bepalen is. Je plaatst een peilstok en meet het wateroppervlak twee maal per maand gedurende zes maanden. Je moet dit opmeten tussen de maanden november en april.
  • Het moet bij voorkeur om een natuurlijke vijver gaan. Als er folie in de vijver zit, moet minstens de bovenzijde van de folie als GHG genomen worden. Je kan natuurlijk beter opteren om geen folie te voorzien.

Je moet ingelogd zijn om deze pagina te kunnen raadplegen.

Login

Nieuwe account aanmaken?

Silvia

Ir.-arch. Silvia De Nolf

Adviseur studiedienst

NAV

Gerelateerde artikelen