Als oprichter breng je geld, goederen of arbeid in je vennootschap in. In ruil hiervoor krijg je aandelen. Maar wie is nu eigenlijk de eigenaar van deze aandelen als je gehuwd bent? Om die vraag te beantwoorden, zijn het tijdstip van je huwelijk en het gekozen huwelijksstelsel van belang.
Wie is de eigenaar?
Weten wie de eigenaar is van de aandelen is van belang om te weten :
- wie mag stemmen op de algemene vergadering;
- wie de aandelen kan schenken of verkopen;
- en wie er recht op heeft bij een echtscheiding of na je overlijden.
Als de aandelen in het ‘verkeerde’ vermogen zitten, komen ze niet altijd bij de gewenste persoon terecht.
1. Vennootschap opgericht vóór het huwelijk
Richt je een vennootschap op voordat je trouwt, dan zijn de aandelen volledig jouw eigendom. Je partner kan er dus geen aanspraak op maken. Dit geldt ook wanneer je niet trouwt maar wettelijk of feitelijk samenwoont.
Stap je later alsnog in het huwelijksbootje? Dan blijven de aandelen exclusief jouw eigendom, tenzij je een huwelijkscontract afsluit en daarin iets anders voorziet. Je kan via dat huwelijkscontract de aandelen bijvoorbeeld inbrengen in de ‘huwgemeenschap’, zodat je partner er voor de helft eigenaar van wordt.
2. Vennootschap opgericht tijdens het huwelijk
Wie de eigenaar van de aandelen is als je al gehuwd bent op het moment van oprichting, hangt af van het gekozen huwelijksstelsel. Er zijn er drie, elk met hun eigen juridische gevolgen.
1. Wettelijk stelsel
Laat je geen huwelijkscontract opmaken (door de notaris), dan trouw je automatisch onder het wettelijk stelsel. In dit huwelijksstelsel bestaan er drie vermogens naast elkaar:
- je eigen vermogen;
- dat van je partner;
- en het gemeenschappelijk vermogen (ook wel de ‘huwgemeenschap’ genoemd).
Bij de oprichting van je vennootschap is het cruciaal om te weten uit welk vermogen het geld dat je inbrengt komt. Dit bepaalt immers in welk van de drie vermogens de aandelen en bijbehorende rechten terechtkomen. Wordt de vennootschap opgericht met geld uit je eigen vermogen, dan behoren de aandelen ook integraal tot je eigen vermogen. Wordt ze daarentegen opgericht met geld uit het gemeenschappelijk vermogen, dan behoren de aandelen tot het gemeenschappelijk vermogen, maar niet altijd volledig.
Een aandeel bestaat namelijk uit twee componenten:
- De lidmaatschapsrechten bepalen onder andere wie mag stemmen op de algemene vergadering.
- De vermogensrechten bepalen onder andere wie recht heeft op dividenden en op het liquidatiesaldo bij ontbinding en vereffening van de vennootschap. Ze bepalen ook wie de ‘economische eigenaar’ van de vennootschap is.
Concreet: stel dat één van de echtgenoten een vennootschap opricht (of een kapitaalverhoging doet) met gemeenschappelijk geld ...
- Dan zullen de aandelen vermogensrechtelijk toebehoren aan het gemeenschappelijk vermogen.
- Zijn die aandelen evenwel ingeschreven in het aandelenregister op naam van één echtgenoot, dan zijn die aandelen vermogensrechtelijk wel gemeenschappelijk, maar de lidmaatschapsrechten behoren tot het eigen vermogen van die echtgenoot.
2. Stelsel van scheiding van goederen
In het stelsel van zuivere scheiding van goederen zijn er twee afzonderlijke vermogens, één voor elke echtgenoot. Als oprichter kan je dus enkel eigen middelen inbrengen in je vennootschap. De aandelen behoren bijgevolg volledig tot je eigen vermogen. Je bezit ook alle rechten die aan de aandelen verbonden zijn.
3. Stelsel van algehele gemeenschap van goederen
In dit laatste stelsel is er maar één vermogen, dat volledig gemeenschappelijk is. De inbreng in de vennootschap komt voort uit dit vermogen. Als gevolg hiervan komen de aandelen en alle eraan verbonden rechten toe aan de huwgemeenschap, wat betekent dat ze van beide echtgenoten gezamenlijk zijn.
In dat geval zullen de echtgenoten samen één van hen moeten aanduiden om de stemrechten uit te oefenen. Dit moet ook worden gecommuniceerd aan de vennootschap. In afwachting van de aanduiding, is het mogelijk dat de statuten van de vennootschap bepalen dat de stemrechten geschorst zijn.
Bij het stelsel van algehele gemeenschap van goederen kan evenwel het principe van de opdeling van de aandelen in vermogens- en lidmaatschapsrechten ook van toepassing zijn. Dit volgt uit artikel 2.3.54 BW juncto 2.3.19, 5° BW. Dan behoren de lidmaatschapsrechten van de aandelen wel toe aan één echtgenoot en zijn enkel de vermogensrechten gemeenschappelijk. Dan gelden de regels zoals uitgelegd onder het wettelijk stelsel.
Aandelen verworven tijdens het huwelijk
De hierboven genoemde regels gelden ook voor de aandelen die je verwerft (anders dan via schenking of erfenis) tijdens het huwelijk, bijvoorbeeld wanneer je een nieuwe inbreng doet in de vennootschap of wanneer je aandelen van een andere aandeelhouder overneemt.
Juridische gevolgen
Tot welk vermogen de aandelen behoren, heeft verregaande juridische gevolgen. Dit bepaalt immers:
- Wie het stemrecht op de algemene vergadering van de vennootschap kan uitoefenen (zie hoger).
- Of een van de echtgenoten alleen de aandelen kan wegschenken of verkopen, dan wel of beide echtgenoten dit samen moeten doen. De aandelen kunnen worden verkocht of geschonken door de echtgenoot-aandeelhouder bij wie de aandelen in het eigen vermogen zitten, dan wel die de titularis is van de lidmaatschapsrechten.
De tussenkomst van de andere echtgenoot kan soms nog wel vereist zijn om te bevestigen dat de gezinsbelangen niet geschaad worden door de geplande verrichting, dit in het kader van het primair huwelijksstelsel.
Indien er een echtgenoot-aandeelhouder, titularis van de lidmaatschapsrechten, beslist tot de verkoop, zal het bedrag van de verkochten aandelen wel in het gemeenschappelijk vermogen terechtkomen. - Wie (de volle eigendom of het vruchtgebruik) van de aandelen erft bij het overlijden van de oprichter van de vennootschap. Daarbij moet evenwel ook rekening gehouden worden met andere factoren zoals een eventueel testament, waardoor dit erg casusgebonden is en we hier geen algemene regels kunnen vooropstellen.
- Wie recht heeft op de waarde van de aandelen bij een echtscheiding. Het is niet omdat je een vennootschap opricht, dat je partner bij een echtscheiding geen recht kan hebben op de helft van de waarde van de vennootschap (zie hoger: als de aandelen tot het gemeenschappelijk vermogen behoren, hebben beide echtgenoten recht op de helft van de waarde van de aandelen).
Tip: in veel gevallen is het mogelijk om tijdens je huwelijk de bestaande situatie te wijzigen via een huwelijkscontract, en er op die manier voor te zorgen dat de aandelen bij de juiste partij(en) terecht zullen komen. Daarvoor is wel de medewerking van beide echtgenoten nodig.
Zijn er vragen of wil je graag advies op maat?
Laat je bijstaan door de vermogensplanners van onze partner SBB, zij helpen je graag.